dinsdag 12 november 2013

Flying doctors.

grijze schimmel op de franboos
Bijen worden ingezet bij bestrijding van Botrytis.
De evolutie van de bij en de bloem ging gelijk op. Het één is onlosmakelijk met het ander verbonden. Er is zelfs een vorm van communicatie tussen deze twee. Terwijl de bij van bloem naar bloem foerageert, bestuift zij die, waardoor de plant zich weer kan vermenigvuldigen.
Wat nu als je deze eigenschap zou inzetten voor een ander doel. Dit moet vermoedelijk de gedachte zijn geweest van de Afdeling of Agricultural Sciences, van de Universiteit van Helsinki. In 2006 startten zij met een onderzoek om botrytis cinerea te bestrijden. Bij dit onderzoek werd de honingbij werd ingezet.
Vruchten rot op aardbeien wordt veroorzaakt door de grijze schimmel, botrytis cinerea. Dit is wereldwijd een van de belangrijkste ziekte bij de aardbei. De ziekte verspreidt zich door de lucht, vooral bij vochtige omstandigheden en een temperatuur van 16 tot 24 graden Celsius. De infectie op aardbeien begint in het stadium van de bloei, maar de symptomen worden vaak waargenomen op de groene of rijpe vruchten. Het begint als stevige lichtbruine vlekken die al snel vergroten en vervolgens worden bedekt met witte schimmels en grijs tot bruine sporen, totdat de hele aardbei gemummificeerd is. In de conventionele fruitteelt, spuiten de aardbeitelers daarom met chemische bestrijdingsmiddelen ( fungiciden). In de biologische landbouw is dit echter niet mogelijk. Voor deze telers is de methode die door Afdeling of Agricultural Sciences, Universiteit van Helsinki is ontwikkeld een uitkomst.
Zij hebben een methode ontwikkeld om de aardbei en de framboos hiertegen te beschermen. Door gebruik te maken van het feit dat insecten ziekten kunnen overbrengen op de vruchten, laat men de honingbij met een nuttige schimmel in aanraking komen. Voor de bijenkast wordt een platte doos met twee openingen geplaatst. Bij de ene opening komen de bijen met het stuifmeel naar binnen, bij de andere komen ze in aanraking met het bestrijdingsmiddel en vliegen hiermee uit. Tijdens het fourageren van bloem naar bloem, brengen ze de sporen van deze nuttige schimmel op de aarbeienbloem over. Het betreft de sporen en mycelium van de antagonistische schimmel Gliocladium catenulatum, Prestop-Mix genoemd en is oorspronkelijk ontworpen door de Finse onderneming Vedera voor schimmel controle. De werking van de schimmel Gliocladium catenulatu, is gebaseerd op concurrentie met de ziekteverwekkende schimmels. Doordat zij zich vestigen op de bloemen, beroven zij de grijze schimmel van leefruimte en voedsel, remmen ze hiermee de ziekteverwekkers, waardoor verdere infecties worden voorkomen. Verder fungeert de G. Catenulatum als een hyperparasiet, de vallen schadelijke schimmels aan en produceren een enzym dat betrokken is bij de afbraak van zieke celwanden.

Hieronder wat afbeeldingen over het verloop van botrytis op de aardbei, afkomstig van de University of Florida

Figure 1
Botrytis fruit rot infection of young green fruit


Figure 2
Botrytis infections often start from infected petals adhering to the fruit.



Figure 3
Young brown lesion of Botrytis rot on a green fruit.


Figure 4
Typical Botrytis lesion with gray/white mass of spores (conidia) on the cap end of a ripe fruit.


Figure 5
Diseased fruit can become consumed by Botrytis and spread disease to adjacent fruit.

Volgens professor Heiki Hokkanen, werkzaam bij het Department of Agricultural zoölogie, van de universiteit van Hensinski, is het biologische bestrijdings-preparaat niet gevaarlijk of schadelijk voor de bijen. Eveneens zal de honing geen dubieuze onderdelen bevatten.

Het onderzoek toonde aan dat de biologische boeren die dit systeem gebruikten, twee keer zo veel aarbeien oogsten, dan de collega’s van de onbehandelde velden. Ook de hoeveelheid aarbeien die beschimmeld waren door botrytis, waren afgenomen, wat ook de opbrengst te goede kwam. Door dit systeem te gebruiken bespaart men tevens de hoge kosten van fungiciden.

Het onderzoek heeft navolging gekregen in diverse landen en wordt inmiddels door de aardbeientelers ingezet. De bijen worden de Flying doctors genoemd. Zo ook in Nederland door de onderzoekers van praktijkonderzoek Plant en Omgeving( PPO) en Plant Research International ( PRI) van de Wageningen University & Reserch centre.

Het moeilijkste is om de bijen op het juiste moment in te zetten en te zorgen dat ze op de aardbeienbloesem blijven vliegen. De aardbeibloem is namelijk niet heel aantrekkelijk voor de bij. Voor de rest lijkt het me een win/ win situatie, bevruchting en bestrijding in een. Dan krijg je misschien wel aardbeienhoning, ik vraag me af hoe dit smaakt.

Geen opmerkingen: